Minister Verhagen maakt zich zorgen over het gebrek aan vooruitgang op het gebied van democratie en mensenrechten in Wit-Rusland. ‘Wat we dit jaar te zien kregen, is onvoldoende en de vraag is of er een werkelijk duurzame verbetering is’, aldus Verhagen. Hij zei dit in Den Haag in gesprek met de Wit-Russische oppositieleider Aleksander Milinkevich.
Verhagen (Buitenlandse Zaken) is blij dat Milinkevich’ Beweging voor Vrijheid inmiddels officieel is toegestaan. Wel vindt hij het zorgelijk dat het regime nog steeds de Christen-Democratische Partij, de mensenrechtenassociatie Onze Lente en andere organisaties het bestaansrecht ontzegt.
De Europese Unie wil de banden met Wit-Rusland volgens hem aanhalen, maar met name Nederland wil dat onder een duidelijke voorwaarde: ‘Als Europese Unie steken we aan de ene kant onze hand uit, bijvoorbeeld door opschorting van de visaban voor vertegenwoordigers van het regime. Aan de andere kant verwacht Nederland de komende maanden duidelijke vooruitgang op het gebied van democratie en mensenrechten’. Pas dan kan volgens Verhagen sprake zijn van een eventuele ophef van alle sancties.
Verhagen benadrukte dat Nederland weliswaar kritisch staat tegenover het regime in Minsk, maar zich tegelijk actief inzet voor Wit-Rusland. Via MATRA, het programma voor maatschappelijke verandering in Oost-Europa, steunt Nederland al 15 jaar rechtstreeks maatschappelijke organisaties in het land.
Op het ministerie van Buitenlandse Zaken nam Milinkevich deel aan een bijeenkomst met een aantal maatschappelijke organisaties. Daarnaast wordt hij vandaag ontvangen door de vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten